Bewijs
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte het slachtoffer, aan het einde van een avondje stappen, tegen zijn hoofd heeft geslagen, waarna het slachtoffer op de grond viel. Daarna heeft de verdachte meerdere keren van bovenaf op het hoofd van het slachtoffer gestampt. Door dit hevige geweld bestond de kans dat het slachtoffer als gevolg hiervan zou overlijden. Daarom komt de rechtbank tot het oordeel dat sprake was van een poging tot doodslag.
Deskundigen
Meerdere deskundigen (psychiaters en psychologen) hebben de verdachte onderzocht en over hem gerapporteerd. De deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) en de psycholoog van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) zijn uitgegaan van de verklaring van de verdachte, dat hij vanuit zijn PTSS en vanuit een defensieve reactie op een dreigende situatie dit feit heeft gepleegd. Zij hebben geadviseerd om het jeugdstrafrecht toe te passen en een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen.
De psychiaters van het NIFP zijn niet meegegaan in het verhaal van de verdachte. Zij concludeerden dat de verdachte lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en adviseerden om, vanwege het hoge recidiverisico en het gebrek aan zelfinzicht, het volwassenenstrafrecht toe te passen en tbs met dwangverpleging op te leggen.
Aanstichter en uitvoerder van geweld
De rechtbank constateert dat verdachte herhaaldelijk liegt - ook over hetgeen is gebeurd op 15 oktober 2022 - geen openheid van zaken geeft en gemakkelijk met een in zijn voordeel uitpakkende verklaring komt. Het is volgens de rechtbank niet zo dat verdachte vanuit een defensieve reactie op een dreigende situatie heeft gereageerd; juist verdachte was aanstichter en uitvoerder van het geweld. De rechtbank volgt de psychiaters van het NIFP dan ook in hun bevindingen en advies.