BORN/BEEK - Het Openbaar Ministerie (OM) Limburg heeft vandaag in de rechtbank Maastricht een taakstraf van 240 uur en voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar geëist tegen een 32-jarige politiemedewerker uit Born. Het OM verdenkt hem van het lekken van vertrouwelijke informatie naar verdachten in een groot drugsonderzoek. Daarnaast heeft de verdachte ook buiten zijn diensttijd diverse personen en kentekens opgezocht in politiesystemen. Dit was niet noodzakelijk voor werkgerelateerde doeleinden. Daarmee heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan ernstig plichtsverzuim.

Drugsonderzoek
Het grote drugsonderzoek richtte zich op het autobedrijf Alba Car in Beek. Vanuit dit bedrijf werd een internationaal opererende organisatie geleid die zich grotendeels bezighield met de productie en handel in hennep. Een van de hoofdverdachten in het onderzoek, een 38-jarige man die mede-eigenaar is van Alba Car, wordt ook verdacht van handel in cocaïne. In oktober 2020 arresteerden opsporingsdiensten een groot aantal personen uit deze criminele organisatie. De 38-jarige mede-eigenaar en een aantal andere verdachten zijn net voor deze politieactie, na het verkrijgen van informatie via deze politiemedewerker, gevlucht naar het buitenland. Deze informatie bevatte geen inhoudelijke informatie uit het onderzoek, maar zorgde wel voor argwaan bij de verdachten. De politieactie heeft daardoor niet in de gewenste opzet kunnen plaatsvinden. De 38-jarige hoofdverdachte heeft zich, nadat hij enige maanden in het buitenland verbleef, later alsnog bij de politie gemeld.

Belang van het ambtsgeheim
De agent heeft de feiten op zitting bekend en is inmiddels ontslagen. De officier van justitie heeft dit gegeven en de persoonlijke omstandigheden van deze verdachte, die onder meer lijdt aan PTSS, laten meewegen in zijn eis. Daarnaast is niet gebleken dat de politieagent bekend was met de aard en de omvang van het onderzoek en dat hij voor het verstrekken van deze informatie is betaald. “Het lijkt er op dat de verdachte onzorgvuldig met informatie is omgegaan, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de informatie terecht zou komen bij een criminele groepering,” zegt de officier van justitie. “Deze zaak toont het grote belang van het ambtsgeheim aan. Het schenden daarvan kan vergaande gevolgen hebben. In hoeverre er bewijsmateriaal is weggemaakt in deze zaak, zullen we nooit weten.”